TL;DR Voor je theorie-examen (en in het echte verkeer) is het belangrijk om de voorrangsregels goed te kennen. De basisregel is dat bestuurders van rechts voorrang hebben, tenzij borden, haaientanden of voorrangswegen iets anders aangeven. Rechtdoorgaand verkeer gaat vóór afslaand verkeer, trams hebben vaak (maar niet altijd) voorrang, en bij hulpdiensten, colonnes en rouwstoeten gelden speciale regels.
Voorrangsregels in het verkeer: dit moet je weten
Of je nu net begint met je theorie of al bijna op examen gaat, het is essentieel dat je de voorrangsregels goed kent. Dit is belangrijk om te slagen voor je examen, maar ook om veilig deel te kunnen nemen aan het verkeer. In dit artikel leggen we de belangrijkste voorrangsregels uit en geven we een handig ezelsbruggetje voor voorrangsregels om ze gemakkelijker te onthouden.
Waarom zijn voorrangsregels belangrijk?
Zonder duidelijke regels zou het verkeer één grote chaos zijn. Voorrangsregels zorgen ervoor dat iedereen weet wie wanneer mag doorrijden. Dat voorkomt botsingen en zorgt voor een vlotte doorstroming.
Voor het theorie-examen is het belangrijk dat je de voorrangsregels (en uitzonderingen) goed kent. Je gaat er gegarandeerd vragen over krijgen. Allereerst is het belangrijk om het verschil te kennen dus verkeer en bestuurders.
Verkeer: alle weggebruikers, dus ook voetgangers
Bestuurders: iedereen die iets bestuurt, dus geen voetgangers
De belangrijkste voorrangsregels op een rij
1. Rechts heeft voorrang
De basisregel in Nederland: bestuurders van rechts hebben voorrang, tenzij anders is aangegeven. Deze regel geldt:
Op gelijkwaardige kruispunten (zonder borden of tekens)
Binnen en buiten de bebouwde kom
Let op: dit geldt niet als je op een onverharde weg rijdt. Dan moet je voorrang verlenen aan bestuurders van rechts én links op de verharde weg.
2. Verkeersborden en haaientanden gaan boven de basisregel 'bestuurders van rechts hebben voorrang'
Zie je onderstaand bord ("voorrang verlenen") of haaientanden? Dan moet jij voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg, ook als ze van rechts komen.
3. Voorrang op voorrangswegen
Rijd je op een voorrangsweg? Dan heb je voorrang op alle kruisende bestuurders. Je herkent een voorrangsweg aan onderstaande borden.
4. Regels bij het afslaan
Rechtdoorgaand verkeer gaat voor op afslaand verkeer. Verkeer op dezelfde weg gaat voor. Dit geldt dus ook voor voetgangers.
Als je afslaat:
Mogen tegenliggers die rechtdoorgaan, voor. Rechtdoorgaand verkeer gaat namelijk voor afslaand verkeer.
Gaat een korte bocht voor een lange bocht.
5. Voetgangers en fietsers
Op een oversteekplaats (zebrapad) moet je voetgangers voor laten gaan. Buiten de zebra? Dan niet.
Fietsers zijn bestuurders en doen mee met de basisregels en andere voorrangsregels voor bestuurders.
6. Trams en voorrang
Waar mensen vaak fouten bij maken is de voorrangsregels rondom trams. Trams hebben altijd voorrang op een gelijkwaardig kruispunt, ook als ze van links komen of afslaan.
7. Hulpdiensten en militaire colonnes
Rijdt er politie, ambulance of brandweer met zwaailicht en sirene? Altijd voorrang verlenen.
Militaire colonnes en rouwstoeten hebben voorrang als ze eenmaal op het kruispunt zijn. Een uitvaartstoet moet wel stoppen voor een rood verkeerslicht, een militaire colonne mag doorrijden. Zijn ze nog niet begonnen met oversteken? Dan gelden de normale verkeersregels.
Ezelsbruggetje voor voorrangsregels
Geef het DOOR, rechts gaat VOOR. Op gelijkwaardige kruispunten hebben bestuurders van rechts altijd voorrang.
RechtDOOR op dezelfde weg gaat VOOR. Rijd jij op dezelfde weg als je tegenligger? Sla jij af en rijdt je tegenligger rechtdoor, dan moet je deze voorrang verlenen.
Een tram is bang voor dieren. Hij stopt voor haaientanden en zebrapaden.
Kijk je hem in het oor, rijd dan maar door. Kijk je hem in de buik of rug? Neem dan gas terug. Sla je af en kruis je een voetganger, dan weet je met dit ezelsbruggetje of je moet stoppen of mag doorrijden.
Veelgemaakte fouten bij voorrang
🚫 Denken dat voetgangers altijd voorrang hebben 🚫 Trams geen voorrang geven als ze van links komen 🚫 Niet stoppen bij een stopstreep (je moet écht stilstaan) 🚫 Tegenliggers vergeten bij afslaan 🚫 Denken dat je op een onverharde weg automatisch voorrang hebt
Voorbereiden op het theorie-examen?
Met de On My Way app leer je alle voorrangsregels stap voor stap. ✔️ Korte video's met duidelijke uitleg ✔️ CBR-oefenvragen over voorrangssituaties ✔️ Realistische verkeerssituaties met uitleg
📱 Download de app en oefen slim voor je theorie-examen.
Kun je het antwoord niet vinden? Stel je vraag dan via help@omw.nl.
Bij in- en uitritconstructies moet je al het overige verkeer, dus ook voetgangers, voor laten gaan. Dit betekent dat bestuurders die een in- of uitrit inrijden of verlaten altijd voorrang moeten verlenen aan alle weggebruikers, zoals auto's, fietsers, bromfietsers en voetgangers. Het maakt hierbij niet uit of het verkeer van links of rechts komt. Onthoud: UitRIT? Geef iedereen voorrang, of die persoon nu rijdt, loopt of ZIT.
Meestal heeft een tram voorrang, maar niet altijd. Op een gelijkwaardig kruispunt heeft een tram altijd voorrang, ook als ze van links komen of afslaan. Ook als de tram een lange bocht heeft gaat hij voor op een korte bocht. Staan er haaientanden, heeft de tram rood licht, of nadert hij een zebrapad, dan heeft de tram geen voorrang.
De voorrangsregels die in Nederland gelden, kunnen in het buitenland verschillen. In veel Europese landen zijn de basisregels vergelijkbaar, maar er kunnen subtiele verschillen zijn. Het is daarom slim om je vooraf goed in te lezen over de verkeersregels van het land waar je naartoe gaat.
Nee, er zijn nog meer voorrangsregels en uitzonderingen. In dit artikel staan de belangrijkste. Wil je alles weten over de voorrangsregels? Download dan de On My Way app!